Gedragsveranderende maatregelen
Bij gedragsveranderende maatregelen wordt slim gebruik gemaakt van (geur)stoffen om een gewas te beschermen. Dit is bijvoorbeeld het gebruik van sucrose en andere suikers waardoor trips actiever wordt en beter in contact komt met een (biologisch of chemisch) gewasbeschermingsmiddel. Met hierdoor een beter bestrijdingsresultaat. Feromonen kunnen in de gewasbescherming worden ingezet om plaaginsecten uit een gewas weg te jagen (push) of in combinatie met insectenvallen juist aan te trekken (pull). Bij de push en pull strategie wordt gebruik gemaakt van beide principes om insecten bestrijden. Met het plaatsen van vangplanten die bijzonder aantrekkelijk zijn voor bepaalde plagen wordt gebruik gemaakt van communicatie tussen plant en insect.