Omnivore predatoren

Omnivoren zijn alleseters; dieren die zowel plantaardig als dierlijk voedsel kunnen eten om te overleven. Omnivoren predatoren worden veelvuldig gebruikt in een preventieve strategie voor de bestrijding van plagen. Roofwantsen vormen een belangrijke groep omnivore predatoren. Ze kunnen makkelijk worden bijgevoerd met alternatief voedsel, zoals de cysten van de pekelkreeftjes (artemia). Met name de miride roofwantsen (bijvoorbeeld Macrolophus pygmaeus) zijn afhankelijk van plantsap als voedselbron, maar ook de anthocoridae (bijvoorbeeld Orius-soorten) prikken plantencellen aan.

Miride roofwantsen
Miride roofwants-soorten verschillen in de mate waarin ze plantaardig en dierlijk voedsel tot zich nemen. Ze worden voornamelijk ingezet tegen wittevlieg en de tomatenmineermot Tuta absoluta, maar kunnen ook een belangrijke bijdrage leveren aan andere soorten plagen zoals bladluis, rupsen, spint en trips. Hoewel Macrolophus pygmaeus in veel groentegewassen zonder noemenswaardige gewasschade kan worden ingezet, kunnen ze, afhankelijk van de soort roofwants, gewassoort en dichtheid, wel gewasschade veroorzaken. Hoge dichtheden van macrolophus veroorzaken in trostomaten schade door bloemabortie en ook in siergewassen zoals gerbera kan bloemschade optreden. De miride roofwantssoort Nesidiocoris tenuis is in Nederland berucht door de gewasschade die het veroorzaakt en wordt hier algemeen als plaag beschouwd. Daarentegen wordt deze roofwants in het mediterrane gebied actief ingezet als biologische bestrijder en levert deze een onmisbare bijdrage aan de bestrijding van onder andere wittevlieg en Tuta absoluta.

Orius roofwantsen
Hoewel orius roofwantsen plantencellen kunnen aanprikken, voeden ze zich naast prooien voornamelijk met nectar en stuifmeel. Traditiegetrouw worden ze daarom preventief ingezet in bloeiende gewassen met stuifmeel producerende bloemen zoals paprika. Daar zijn ze belangrijke bestrijders van onder andere trips, maar kunnen ook een (belangrijke) bijdrage leveren aan de bestrijding van andere plagen zoals bladluis. Orius kan ook worden bijgevoerd met alternatief voedsel. Lang niet alle voedselbronnen zijn hiervoor geschikt. Zo kan Orius laevigatus zich niet goed vermeerderen op het commercieel beschikbare stuifmeel (nutrimite), op voermijten en op de gewone kwaliteit artemia (wordt gebruikt voor het bijvoeren van macrolophus). Rond 2017 is gebleken dat orius wel goed gedijt op een hoge kwaliteit artemia, lees hierover dit artikel.