Communicatie tussen plant en insect
Er zijn ook stoffen die de communicatie tussen plagen en planten dienen. Vluchtige stoffen van de plant worden door plagen gebruikt om hun waardplant te vinden. Maar de plant kan ook secundaire plantenstoffen produceren die de plagen afstoot of in de ontwikkeling remt. Door insectenvraat, maar ook door andere maatregelen bijvoorbeeld UV-B, wordt de jasmonzuurroute van de plant aangezet. Hierdoor veranderen er morfologische kenmerken in de plant, wat de plant minder aantrekkelijk maakt voor plagen. Die morfologische kenmerken zijn bijvoorbeeld het aanmaken van bladharen en de verhoogde productie van vluchtige stoffen om plagen af te stoten.
Planten die door spint zijn aangetast geven reukstoffen af waar roofmijten op afkomen die vervolgens de spinteitjes opeten. Zelfs planten in de directe omgeving die niet door spint zijn aangetast kunnen dankzij deze signaalstoffen ook roofmijten preventief aantrekken.