Geïnduceerde resistentie

De plant kan als hij wordt aangevallen zijn weerbaarheid aanzetten. Het aanzetten van weerbaarheid gebeurt door middel van het aanschakelen van planthormoon routes. De belangrijkste twee zijn:

  1. De jasmonzuur route ter afweer van insecten en necrotrofe ziekteverwekkers, zoals botrytis. Necrotrofe organismen kunnen leven van dood organisch materiaal.
  2. De salicylzuur route ter afweer van biotrofe ziekteverwekkers, zoals meeldauw en virussen. Biotrofe organismen groeien op levende planten of dieren als parasieten en symbionten.

Beide routes kunnen zowel lokaal - op de plaats van de aanval - worden geactiveerd, maar ook systemisch - in bladeren boven de plek van de aanval - en zelfs in nieuwe bladeren. Priming is een bijzonder vorm van geïnduceerde resistentie waarbij de plant op scherp kan worden gezet, zodat bij een aanval veel sneller en sterker op een aanval kan worden gereageerd. Dit is vergelijkbaar met vaccineren bij mensen.

Bij rassen die al een sterk verminderde gevoeligheid hebben voor, of resistent zijn tegen, een bepaalde ziekte of plaag valt weinig winst te behalen met het verhogen van de weerbaarheid tegen die specifieke ziekte of plaag. Het verhogen van de weerbaarheid is juist de moeite waard bij rassen die niet die specifieke resistentie hebben. Het blijft echter te allen tijde verstandig de zeer gevoelige rassen te vermijden.